Een doel voor ogen hebben. We hebben het allemaal. We willen gezonder eten, meer sporten, minder drinken, meer lezen, minder tv kijken. Elk jaar op 1 januari beginnen we weer aan een goed voornemen. Het volhouden van zo’n voornemen blijkt echter lastig. Uit onderzoek uit 2014 bleek dat 81% dacht zijn of haar doel vol te houden, in augustus dat zelfde jaar was dat nog maar 41%.
Een doel alleen met een juiste ambitie is dus niet genoeg. Hoe doe je dat dan zo’n doel behalen? Aan de hand van het boek Atomic habits van James Clear neem ik je mee in de eerste stap va het veranderen van gedrag.
Om te beginnen wil ik met je spreken over het maken van een doel. Een doel maken geeft richting. Het helpt ons keuzes te maken. Maar een probleem is dat een doel eindig is. Zo kan ik het volgende doel hebben. “Ik wil 5 kilogram afvallen” . Om dit doel te bereiken ga ik minder snacken en meer sporten. Na 2 maanden hard werken heb ik het doel behaald. Ik ben 5 kilo kwijt. Maar wat nu? Ga ik nu weer terug naar mijn oude levensstijl? Mijn doel is namelijk behaald.
Wat ik ook kan doen is dat ik een gewoonte maak van gezonder eten. Een doel is eindig, maar een gewoonte is iets van wat door gaat. Zo kan een gewoonte van gezond eten zijn dat je elke keer als je avond eten kook 200 gram groente toevoegt aan je maaltijd. Nu maken we een gewoonte die niet ophoud, want na elke week komt er een nieuwe week en na die weer een volgende.
James Clear beschrijft in zijn boek dat er vier stappen zijn van gewoonte.
Prikkel --> verlangen --> gedrag --> beloning
Om bij het zelfde voorbeeld te blijven. Ik wil gezonder eten en daarom minder snacken. Maar elke keer als ik langs het aanrecht loop zie ik het kastje waar de chips ligt, prikkel ( een prikkel kan van alles zijn, een geur, een geluid, een gevoel). Ik krijgt daarom het verlangen om te gaan snacken. Mijn gedrag maakt dar ik de kast open en de chips pak. Mijn beloning is de chips die erg lekker is (en dopamine aanmaak in het brein).
Het constant opwekken van de prikkel omdat ik langs de kast moet lopen maakt het erg lastig voor mij om de chips te weerstaan. Ik ben geconditioneerd om aan chips te denken als ik langs die kast loop. Wilskracht op dit te weerstaan helpt mij misschien de eerste 2 keer dat ik er langs loop maar de 3e keer geef ik toch in.
Om een gedrag aan te leren of een gedrag af te leren is de prikkel en de beloning een belangrijke schakel is het proces. De prikkel zorgt dat we het gedrag in gang zetten. De beloning zorgt ervoor dat de het gedrag wordt herhaald.
We blijven weer bij het zelfde voorbeeld, gezonder eten. Om minder te snacken zouden we dus de eerste prikkel van de kast moeten vermijden. Neem een andere route door de keuken waardoor je niet direct naar de kast loopt met de chips. Het vermijden van de prikkel maakt dat we het gedrag niet in gang zetten en zo het gewenste gedrag voorzetten.
Nu willen we naast minder snacken ook meer groente eten. Je kan groente voorin de koelkast leggen zodat je vaker wordt herinnerd dat je groente moet eten (prikkel). Echter als je geen liefhebber bent van groente zal het gedrag niet lang worden volgehouden. Bij het eten van van groente wordt namelijk geen beloning ontwikkeld. Dus we willen een beloning in het proces toevoegen. Elke avond als ik eten kook voeg ik 200 gram groente toe en als ik mijn groente heb gegeten neem ik ook iets dat ik lekker vind. Zo link je het eten van groente aan de beloning van iets lekkers eten. Belangrijk dat dit niet iets is wat (te) ongezond is. Anders hebben we te maken met conflicterende doelen.
Als we dus gedrag willen veranderen zouden we eerst gedrag moeten begrijpen. Wat maakt dat ik gedrag uitvoer (prikkel) en wat maakt dat ik gedrag herhaal (beloning). Als je dit weet kan je gedrag ook aanpassen.
Comments