Lang is gedacht dat biomedische factoren de enige factoren waren voor het ontwikkelen van pijn. Ondanks de erkenning van psychologische factoren als onderhoudend of versterkend is de wetenschappelijke onderbouwing redelijk nieuw. Er is geen twijfel over mogelijk dat de biomedische ontwikkeling cruciaal is geweest voor het onderzoeken en daardoor managen van ziekten. Maar huidig onderzoek laat een ontwikkeling zien hoe psychologische en sociale factoren bepalend zijn voor pathofysiologie en behandeluitkomsten. Het placebo effect is een bekend fenomeen als psychologische invloed op conventionele therapie. Een positieve verwachting schept een positief effect. Zo kan een negatieve verwachting ook wel een negatief effect scheppen. Dit heet het nocebo effect.
Nocebo en pijn: Negatieve diagnosen en prognose kunnen kunnen lijden tot een toename van pijn. Negatieve communicatie rondom het genezingsproces kan leiden tot beïnvloeding van de patiënt haar emoties. Ook sederende opioïden voor postoperatieve pijn management word beïnvloed door het nocebo effect. Zo kan ook het fear avoidence model ook worden gezien als een nocebo effect waarbij angst pijn intensifieert. Waarschuwingen die worden uitgezonden door de media over ziekten en klachten kunnen effect hebben op ervaren symptomen door veel mensen.
Al langer is bekend dat de pijnervaring hoger is als de verwachting van de pijn negatief is ten opzichte van een positieve verwachting. Keltner (2006) Liet zien dat deelnemers hogere pijnscore rapporteerde als een schadelijk stimulus was gekoppeld aan een visuele prikkel. Deze effecten kunnen sterk zijn, zo kan zelf pijn worden gegenereerd bij een niet pijnlijke stimulus. Nocebo verwachtingen kan zowel hyperalgesie en allodynia veroorzaken.
In 2003 wordt aangetoond dat het openbaar maken van het stoppen van toedienen van morfine bij postoperatieve patiënten pijn intensifieert. In tegenstelling tot de groep bij wie dit niet openbaar wordt gemaakt (maar nog wel wordt gestopt). Een studie uit 2013 laat een verschil zien van gender bij pijn. Waarbij een mannelijk deelnemer meer hyperalgesie toonde dan ten opzichten van een vrouwelijke deelnemer, afgezien van het geslacht.
Benedetti (2014) laat is een reeks experimenten de rol van psychologische en sociale factoren zien in het ervaren van hoofdpijn. Zo toont hij aan dat hoofdpijn kan worden beïnvloed door een negatieve verwachting van een verlaagd SO2 gehalte (psychologisch). Ook toont hij aan dat de ervaren hoofdpijn intensifieert als een groep negatieve verwachting heeft in combinatie met mede deelnemers die veel hoofdpijnen slapeloosheid ervaren (sociaal).
Wij moeten als hulpverlener dus bewust zijn van de psychosociale factoren in onze behandeling en welk effect dat heeft op onze patiënten.
Comments